Brieven van een gedeporteerde uit Stadt des K.d.F. Wagens / 5 juni 1943

Stadt de K.d.F. Wagens, den 5-6-43 (14e brief)

Beminde Ouders,

Ik heb gisteren van U twee brieven ontvangen, de eenen was geschreven den 23en Mei, dat is waarschijnlijk Uw vijfden brief, en deze van 25en Mei die Uw zesden brief is. Vandaag heb ik ook een brief ontvangen van Laura van Nonkel Edmond. Gisteren heb ik zes brieven ontvangen. Et O.L.Hemelvaart heb ik den ganschen dag moeten werken. Mama, het is niet noodig dat U nog eten opzendt, als U maar op tijd en stond tabak opstuurt alsook sigaretten. Ik zou hier ook gaarne mijn boekentasch hebben of carnacière, deze ligt van onder in de kast. Ik zou ook gaarne een brosje hebben met de belgische kleuren, want ze dragen hier allemaal hun kleuren van hun land, en wat sigarettepapier. De pakken komen hier op verschillenden tijd toe. Er zijn hier pakken die reeds toekomen na elf tot 21 dagen. Ik heb de mijne den 15en dag ontvangen.

Waarom moet de Peter Benoitlaan verhuizen? Alice is er zeker gaarne bij, nu ze haar schoone cottage moet verlaten. Wanneer moet de witte schorte (1) nu naar Duitschland komen?

U moogt gerust zijn, dat ik niets weggeef van hetgene ik ontvang; de anderen geven ook niets weg, en daarbij zij ontvangen hier ook collies. Er is er hier eene van Brussel die twee collies per week ontvangt, en verleden week heeft hij er drie ontvangen.

Het gaat hier heel moeilijk om te kunnen in verlof gaan. Het komt doordat velen hier reeds in verlof gegaan zijn met looze listen en daarmee moet nu een ander het bekoopen, maar ik denk in één maand of drie tot vier, dat het misschien wel zal gaan.

Pasport heb ik niet, ik heb alleen een ausweis of schein om de fabriek te kunnen in- en uitgaan, want men bekomt hier alleenlijk maar een pasport wanneer men in verlof gaat, en het is juist gelijk een trouwboekje, maar het is iets grooter en dikker; men loopt hier waar men wil zonder pasport, en niemand zal U iets zeggen, men kan alleenlijk de grens niet over zonder pasport, en dat is al.

U schrijft ook van het niet te aanvaarden van zulk of zulk beroep, maar wanneer men weigert, dreigt men met concentratiekamp en wat is het daar? Het is daar duizend maal slechter, want ik ken er reeds twee die erin zitten om iets te stelen in de fabriek; men geraakt er gemakkelijk in, maar niet gemakkelijk uit.

De werkbeurs in Belgie heeft er niets aan te doen en U op te schrijven als bediende of beenhouwer enz. Wanneer men hier toekomt, kiest men twaalf man voor hier, tien voor daar, twintig voor ginder, enz. Naar beroep ziet men niet, want hier zijn in de laatste veertien dagen veel Hollandsche studenten toegekomen en deze moeten ook werken in de fabriek, en staan overal verdeeld.

Mama, U moet geen koeken en beschuiten meer opsturen. Ik zal het wel schrijven wanneer ik er noodig heb. De zoetekoek die U zelf bakt, bewaart niet. Ik heb vandaag driehonderd grammen koeken gekocht met bons en 1,5 kilo brood, dit alles met bons die ik van een Duitscher gekregen heb. Die koeken smaken goed en zijn gebakken in een bakkerij. Daags voor Sinxen mag ik naar Fallersleben gaan, dat is een dorp dat 5 km van hier ligt, om een halve kilo koeken, versch gebakken en ze smaken goed zulle; dat is voor een pakje van twaalf sigaretten.

Fallersleben, dorpje op 5 km van het werkkamp, een eerste uitstapje na zes weken.

Fallersleben, dorpje op 5 km van het werkkamp, een eerste uitstapje na zes weken. (2)

Ik zie ook dat Mama er van profiteert om naar Langemark te vliegen, nu ze alleen is. Papa, U zijt nu zeker wel dikwijls weduwnaar en moet U zelf Uw kost doen.

Papa, zorgt ook maar goed voor de boerderij en Uw patatten, want wij zullen er den volgenden winter noodig hebben.

Ik moet U ook nog zeggen dat ik gisteren wederom geld heb getrokken. Ik heb vierendertig mark getrokken zuiver voor 12 dagen. In mijn volgenden brief zal ik eens vertellen hoeveel ik afgetrokken wordt. Iedere week schrijf ik twee brieven naar U. Ik zal nu maar eindigen en aanvaard, Beminde Ouders, mijn beste groeten en goeden moed.

Uw zoon,
Fernand

—————
(1) ,,Witte schorte” metonymie voor oom Germain Strypsteen, die tijdens de oorlog van deur tot deur rondging met melk. Alice Strypsteen is een jongere zus van de moeder van Fernand.
(2) http://www.postautomation.de/300.html

Plaats een reactie