Brieven van een gedeporteerde uit Stadt des K.D.F.Wagens / eind april 1943

Stadt des K.D.F. Wagens, den 28 April 1943.

Beminde Ouders,

Met mij gaat nog alles goed en ik verhoop van U beiden hetzelfde. Het is nu juist vandaag veertien dagen geleden dat ik vertrokken ben, en op dezelfden tijd als ik nu schrijf, zat ik in Aken. Sedert die veertien dagen is er op Sint-Andries wel veel veranderd. Hier verandert er niets en het is alle dagen dezelfde rimram.

Ja Mama, het eten is hier goed, maar ik heb niet genoeg. Vooreerst kom ik alle dagen brood tekort, want die vierhonderd grammen die ik hier krijg, zijn niet voldoende om daarvan een ganschen dag te eten… ’s Avonds om zes uur krijg ik dan hier dikke soep die heel goed is ofwel aardappelen, maar ’s avond om tien uur heb ik al weer honger. Ik zal boterhammen vervangen door aardappelen, want voor vijftig grammen tabak kan men hier 10 tot 15 kg aardappelen krijgen. Tabak verwisselen voor brood gaat hier niet.
Dinsdagmorgen laatst heb ik mijn koekeboterhammetje binnengespeeld en met Paaschmorgen zelf heb ik eens mijn buikje lekker gevuld met koekeboterhammetjes en gedacht aan U. Zoo dacht ik bij mijn zelven: ,,Mama en Papa zullen nu met een goeien pot koffie versche boterhammen eten en de mijne zijn al uitgedroogd, en ik moet de mijne eten met gekleurd water.’’ (…)

Ik zou het liefst hebben dat U het volgende opzendt: koekjes, biscuiten, want die kunnen bewaren, alsook zoetekoek, een doos melkpoeier… Mijn vleesch en mijn konserven heb ik nog niet begonnen; die houd ik voor later, maar mijn vet heeft al een lelijken duw gekregen. Vandaag heb ik eens mijn hesp begonnen en ze smaakt prima. Het vet smolt in mijn mond…
Hoe is het Papa? Is mijn velo reeds gekuischt en zit hij al op zolder? De hoveniering staat zeker al allemaal op en zullen wij nog veel pruimen hebben? En de konijnen, hoe zit het met die? Die drie kleintjes zijn zeker al gegroeid in de laatste veertien dagen?

papa2

Ja, ik vergeet het bijna, mijn ampoule van mijn zaklampje is gesprongen en ik kan mijn zaklamp niet meer gebruiken.
Ik werk hier bij een Duitsch en hij vroeg of er in België nog armbandhorlogen waren gelijk de mijne? Hij zou er gaarne een hebben, maar het moet een goede zijn. Ze geven hier tweehonderd mark en zelfs meer voor een goede horloge, want U kunt hier geene meer krijgen. Tracht eens te informeren hoe U ze het best kunt verzenden. U zult zeker wel invoerrechten moeten betalen, maar hij zal mij alles wederbetalen. Koopt hetzelfde merk als de mijne. De mijne heet Verdal en in de Steenstraat in Brugge is er daar een winkel…

Ik ben hier nog altijd electricien, misschien in een maand, zullen ze wederom bedienden noodig hebben, want er zullen hier meer Belgen toekomen. Tot nu toe zijn er nog niet veel.

Ik verlang reeds om den eersten brief van U te krijgen… Brieven met de luchtpost zitten langer weg dan anders en ik moet meer betalen, dat zeggen de anderen hier ook. Ik zal nu maar eindigen en aanvaard, Beminde ouders, mijn beste groeten,

Fernand

Het verloop van WO II in april 1943.

Behalve van wat er in Noord-Afrika aan de gang was en de kansen die daar aan het keren waren voor de Geallieerden, volgens de Britse radio, waren mijn vader en zijn ouders allicht onwetend over wat er aan het Oostfront gebeurde; ook van de gebeurtenissen in Duitsland zelf en in Warschau, waren ze nauwelijks op de hoogte.

Februari ’43:
Op 2 februari 1943 was er een eerste nederlaag geweest voor Hitlers troepen aan het Oostfront bij Stalingrad. In maart was het front daar al een stuk westwaarts opgeschoven tot in Charkov, dat achtereenvolgens een paar keer door Sovjets heroverd werd, maar nadien weer door de Duitsers ingenomen.
In eigen land maakten de Duitsers op 18 februari ’43 een einde aan de verzetsbeweging ,,Die Weisse Rose’’.

Maart ’43:
In Noord-Afrika trokken de Duitsers zich vanaf 2 maart ook terug uit Tunesië, nadat ze eerder al in dat jaar Tripoli verloren waren aan de Britse generaal Montgomery. In de laatste week van maart breken de Britten met Montgomery’s achtste leger ook door de Mareth-Line in Tunesië, die door Duitsers en Italianen verdedigd werd.
Op de Atlantische Oceaan hadden de Duitse U-boten in maart wel nog 27 koopvaardijschepen van de Britten tot zinken kunnen brengen.

April ’43:
Op 19 april ’43 startte de Waffen SS met de finale opruiming van het Joods verzet in het ghetto van Warschau. (1)
Wat was daaraan voorafgegaan? Op enkele vierkante kilometer stadsoppervlak in het centrum van Warschau hadden de Duitsers op 15 november 1940 400.000 joden samengedreven in het ghetto, waar normaal slechts plaats was voor zo’n 150.000 bewoners. De wijk was omgeven van zo’n drie meter hoge muur en niemand mocht eruit; het voedsel werd er gerantsoeneerd tot 1 kom soep per dag per inwoner. Het ghetto telde gemiddeld al gauw zo’n 400 doden per dag, zodat tegen juli ’42 zo’n tachtigduizend joden al gestorven waren. Vanaf juli ’42 begon dan de systematische deportatie van joden naar het vernietigingskamp in Treblinka. Zesduizend joden per dag werden toen tijdens de eerste maanden afgevoerd. In januari ’43 waren er nog maar zo’n 60.000 joden in het ghetto over, die de wapens opnamen tegen de nazi’s. Himmler wou heel het ghetto gezuiverd hebben tegen 15 februari ‘43, maar slaagde daar niet in, vanwege het verzet, de gure winter en het gebrek aan treinen. Hij gaf de SS opdracht tot een speciale actie die heel het ghetto moest zuiveren in drie dagen. Het ghetto was op dat ogenblik nog amper één kilometer op 300 meter groot.
Op maandag 19 april ’43, dag van joodse Pesach-feest, trekken tweeduizend Waffen SS soldaten onder commando van SS-generaal Jürgen Stroop met tanks, artillerie en vlammenwerpers het ghetto binnen. Een zwaar gevecht vindt plaats met 1200 joden die zich gewapend hadden met binnengesmokkelde pistolen, geweren, een paar mitraillettes, granaten en Molotov cocktails.
De eerste aanval werd afgeslagen door de joden, met twaalf dode Duitsers; de Duitsers hernieuwden hun aanval, maar hadden het moeilijk om de weerstandshaarden op te ruimen. De joden verschansten zich in een doolhof van kelders, riolen en onderaardse gangen onder de stad. Op 23 april gaf een woedende Himmler de SS het bevel om het ghetto tot in de kleinste hoeken uit te kammen, waarop Stroop bevel gaf heel het ghetto woonblok per woonblok in brand te steken.
Het rapport van Stroop: ,,De joden bleven tot op het laatste ogenblik in hun brandende woningen, tot wanneer ze uit angst om levend te verbranden, van de hoogste verdiepingen naar beneden sprongen, maar zelfs dan probeerden ze met gebroken ledematen zich voortslepend over de straten in die huizen te kruipen die nog niet in het vuur stonden. Ondanks het gevaar van levend te branden verkozen de joden en bandieten om naar de vuurhaarden terug te keren, liever nog dan gevangen genomen te worden door de onzen.’’ Het in brand steken van het ghetto zou nog 28 dagen doorgaan.
Pas op 16 mei 1943 zou het joods verzet ophouden te bestaan. Stroop verstuurde het volgende verslag: ,,Het vroegere joods kwartier in Warschau bestaat niet meer. De grootschalige actie eindigde omstreeks 20.15u met het opblazen van de synagoge van Warschau. Totaal aantal joden betrokken bij de actie: 56.065, gevangen genomen joden inbegrepen en joden wiens dood kan worden bevestigd.’’ Poolse bronnen schatten dat driehonderd Duitsers gedood werden en duizend gewond. (2)

———————
(1) http://en.wikipedia.org/wiki/Timeline_of_World_War_II_%281943%29
(2) http://www.historyplace.com/worldwar2/timeline/warsaw.htm

Plaats een reactie