Brief aan Ilja

Guagnolo, 1 januari 2017

 

Beste Ilja Pfeijffer,

Tegen je advies in heb ik vorig najaar jouw brievenboek toch als strandliteratuur opgebruikt. Ik kreeg de turf vorige zomer niet uit. Je verhaal viel voor mij stil daar waar je maar niet ophoudt om al de vrouwen waarmee je al eens in bed dook,  de revue te laten passeren. Veel variatie, maar tegelijk oersaai, die brieven aan jezelf. Bovendien was er Ferrara, dat Genua even verdrong.

Ik had nochtans voordien net zo genoten van je 26ste brief, die waar je je als een waardig chroniqueur ontpopt van de Genovese voetbalderby’s. Voor mij wint de chroniqueur in ,,Brieven uit Genua’’ met straatlengten voorsprong van de pornograaf – straatlengten dat zijn: alle krochten en steegjes uit het Centro storico achter elkaar gelegd –. Vorige zomer zwierven we ook enkele julidagen rond in het Ferrara van Giorgio Bassani en de Po-delta, voer genoeg voor de literaire toerist. Nu pak je de komende weken als chroniqueur voor de VPRO ook heel de wereld aan in Genua (1). Ik verwacht dat je dit goed zult doen.

Het feit dat je in je Brievenboek meer regels verspilt aan al die onweerstaanbare vrouwen in je leven en de weerbarstige, Nederlandse fiscus, dan in jouw overigens uitstekende brief aan Europa, vind ik ook jammer voor een wereldburger als jij. Maar ja, je kunt niet bohémien zijn èn wereldverbeteraar tegelijk. Die vrouwen zullen uiteindelijk een smet zijn op je schrijverscarrière: Ilja loopt zijn lul achterna, zeggen veel van je vrouwelijke lezers en ze hebben gelijk.

Ook de literaire tussendoortjes waarvoor je alsmaar op en neer gaat pendelen tussen La Superba en Vlaandren/Holland, vallen mij een beetje tegen. Ik ben geneigd om er sneller overheen te lezen. Want wat is het nut van die schnabbels? Wanneer komt nu eindelijk die door jou aangekondigde Italiaanse vertaling van ,,La Superba’’ uit? Ik wil ze zo snel mogelijk cadeau doen aan mijn Italiaanse kennissen, als ik nog eens tevergeefs een gesprek probeer te volgen over Italiaanse schrijvers en hun boeken. Misschien zou ik dan met een Italiaanse vertaling van jouw werk, het onderwerp van het gesprek een beetje kunnen verleggen. Een vertaling in de vijfde wereldtaal, zou ervoor kunnen zorgen dat je eindelijk losgeraakt van je heimat, waar je zo op neerkijkt, omdat je er toch telkens weer naartoe moet.  Ik heb dat ook een beetje, ook al woon ik niet in Genua.

p1070583

Maar zelfs Genua is geen eindpunt, zo blijkt uit sommige van je brieven. Je hunkert naar Malta, Griekenland, en verderop Istanbul of Kreta. Ik denk – ook al ben ik er nog nooit geweest – dat geen van de genoemde bestemmingen kan tippen aan Genua. Het is landverraad aan de stad die jou alles heeft geschonken wat ze had.

En dan dat dédain voor de Ligurische entroterra rond La Superba, waarvoor de Doria’s nochtans eeuwenlang vochten om het in hun invloedssfeer te krijgen, tegen de Savoia’s en de Piëmontezen in. In de omliggende valleien hier, vind je er overal de sporen van terug. Het hinterland verdient wat meer van jouw aandacht, vind ik. Je schrijft in je 37ste brief warempel over de Bisagno – is dat nog wel de binnenstad? – die ineens weer bovengronds begon te stromen na de overvloedige regenval, onbegrijpelijk voor een stadsmus. Als je natuurlijk de waterhuishouding van Liguria een beetje zou kennen, zou je je niet zo vergapen aan al die modderellende.

Beste Ilja, bij elke stortbui is het hier van dat. Ik zou je willen uitnodigen, maar ons stulpje is zelf niet meer met de wagen bereikbaar, want het asfalt is weggeschoven sedert de zondvloed van november vorig jaar.

Tot bij gelegenheid, ik hou je op de hoogte van de reacties als je Italiaanse vertaling er is,

Jouw toegewijde contadino

(1) http://www.npo.nl/via-genua/19-01-2017/WO_NPO_7017363