Brief aan Hilde (12)

De school als totalitaire instelling

Geachte onderwijsminister,

Er is een liedje van Eric Van Neygen. Het gaat als volgt:

,,Schrijf liever, stille brieven naar degene waarvan je houdt. Stille brieven naar degene waarop je bouwt…’’

De tekst van dit liedje is duidelijk niet aan u besteed, geachte mevrouw minister. Want u schrijft een omzendbrief naar alle schooldirecties en tegelijk laat u nog eens aan heel de wereld weten, dat u die brief geschreven hebt. (1) Ik vind dat eigenaardig: niet dat u brieven schrijft, maar dat u openbaar maakt, dat u brieven schrijft. En het is zelfs ,,niet de eerste keer’’ dat u hierover brieven schrijft, sedert de aanslagen in Parijs. Een goed verstaander denkt dan: als er iets gebeurt in de scholen, zal het niet aan de minister liggen, waarmee u spreekwoordelijk uw door politici in moeilijke tijden zo vaak gebruikte paraplu kunt opentrekken, mocht het zo ver komen. Waarlijk, zo begaan dat u bent met het redden van uw eigen hachje.

Terwijl u uzelf netjes indekt voor het nooit helemaal te vermijden kwaad, zaait u tegelijkertijd paniek en twijfel. Van een beleidsvrouw verwachten we iets anders.

Uw logica is moeilijk om volgen, want ze getuigt van een cartesiaanse, fundamentele twijfel. U schrijft namelijk: ,,Er zijn geen indicaties dat scholen geviseerd worden, maar op plaatsen waar veel mensen samen komen, is inderdaad extra waakzaamheid geboden.’’ Wat is het nu? Worden scholen geviseerd door terroristen of niet? We weten het niet, het enige wat zeker is, is uw twijfel.

Als er geen aanwijzingen zijn, dat scholen geviseerd worden, zijn er geen extra-maatregelen nodig. Er zijn ook scholen met veel leerlingen en kleinere scholen. Een school is dus niet altijd een plaats waar veel mensen samenkomen, maar soit. Zelfs het schooltje van Bevergem mag rekenen op Wantje.

Er volgens naar uw eigen zeggen ,,vijf aandachtspunten’’, maar een goed lezer haalt er minstens tien uit. Ik beperk me tot een paar van uw anti-terreurmaatregelen, want zo gaan we ze maar noemen: we moeten ,,discreet waakzaam zijn, door bvb. in- en uitgangen extra in het oog te houden.’’ Geachte minister, onze school is een bijenkorf met minstens vijf verschillende in- en uitgangen. Als we aan elke in- en uitgang telkens een koppel leerkrachten zetten, één aan de binnenkant, om te maken dat er niemand buitengeraakt en één aan de buitenkant, om te maken dat er niemand ongewenst binnengeraakt, vrees ik dat we geen mensen meer over hebben om voor de klas te staan.

panopticon

Hildes ,,panoptikonschool” tegen de terreur van buitenaf.

En de omschrijving ,,discreet extra waakzaam’’? Dat is straf: dat is toekijken, zonder zelf gezien te worden. Dit is noch min noch meer het panopticon van de gevangenis, zoals het in 1791 door Bentham ontworpen werd: de controlerende macht die steeds minder zichtbaar is. Niet echt vooruitstrevend qua idee; nooit gedacht dat uw hervorming van het onderwijs zou neerkomen op een terugkeer naar het ancien régime. Maar misschien miste ik één van uw brieven.

Voorts moeten we ,,samenwerken met de politie’’. Een beetje vaag, vindt u niet? Halen we dan de politie in de klas? Of mogen we eens op de koffie gaan bij de zo reeds onderbemande politiediensten van onze stad?

We moeten spreken over de gebeurtenissen in Parijs en de verhoogde terreurdreiging. Beiden staan hier in nevengeschikt zinsverband en ik vermoed dat ze voor u even belangrijk zijn. Hier versta ik u volledig. Natuurlijk dat we het in ons onderwijs, dat in vergelijkende studies buist op het vlak van het aankweken van burgerzin, nog nooit over het Syrische conflict hebben gehad of de Iraakse oorlog, waar onze jongens bommetjes gooien; noch over Frontex, waar onze fregatten patrouilleren om die mensensmokkelaars te enteren; de vluchtelingenstroom die dit jaar op gang kwam en het Brusselse tentenkamp, dat allemaal is volledig aan ons wereldvreemd onderwijs voorbijgegaan. Ik snap u helemaal.

We zullen een tandje bijsteken, geachte mevrouw minister. Maar daarvoor hadden we uw paniekzaaierij niet nodig. Ik dank u ook voor het wantrouwen dat u koestert ten aanzien van mijn dierbare collega islamleerkracht B. Nu u het zegt, hij is  inderdaad niet meer te vertrouwen. Ik ben echt blij dat uw Vlaamse overheid met zijn ,,Netwerk Tegendiscours’’ voor ons echte ,,islamexperten’’ ter beschikking stelt. Dat is pas een hele geruststelling: misschien kunnen ze mijn collega islam ook eens op de rooster leggen. Preventief.

vanuit een angstig Kortrijk,

uw toegewijde leerkracht

———————-

(1) http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20151118_01977575