Waarom ,,Arme Joe’’ zijn ontslagvergoeding van 136.000 euro helemaal niet verdient

Over ,,Kindreflex’’

Als een politicus aan het hoofd van een land met een bevoegdheid, waarvoor hij zich naar eigen vrucht en vermogen, heeft ingezet om er de bakens te verzetten, een ontslagvergoeding krijgt van 136.000 euro, dan heb ik daar geen probleem mee, zelfs niet als neomarxist. Alleen rijst de vraag wat deze minister – hier in dit geval gaat het om Jo Vandeurzen (CD&V) –  heeft gepresteerd de afgelopen tien jaar op het Vlaams departement van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin? Heeft hij  de materie waarvoor hij bevoegd is, goed onderzocht en op basis daarvan een beter beleid gevoerd, dat afgestemd is op de noden van de bevolking?

Het antwoord kan alleen maar neen zijn: daarvoor baseer ik mij op een artikel, dat dit weekend, te midden van de heisa omtrent de hoge ontslagvergoeding van de minister, helemaal verloren ging (1), maar des te belangrijker is, omdat het aantoont dat de minister na tien jaar dit departement te hebben beheerd, totaal onwetend is gebleven over een nochtans fundamenteel begrip in de gezinspsychologie: parentificatie. De minister bezit na tien jaar mandaat nog altijd niet de basics van zijn sector en is voor mijn part gebuisd. Waarom hij dan nog eens met een gouden handdruk bedankt moet worden, is mij een raadsel.

jo

Ik lees over de meest recente actie van de minister, ,,Kindreflex’’ genaamd, in de krant DS van vandaag maandag 19 november 2018 (1) : ,,De Vlaamse minister van Welzijn zegt geschrokken te zijn van die cijfers. Ook het risico op onveiligheid van de kinderen is groter wanneer een ouder een psychisch probleem heeft.’’ In metrotime.be (2)  is de term ,,geschrokken’’ vervangen door ,,verbaasd’’. Beide adjectieven duiden echter op acute onwetendheid over de toestand van  378.000 kinderen in Vlaanderen die opgroeien bij een ouder met een psychisch probleem of ernstige verslaving. Eén derde van dit aantal krijgt sociaalpsychologische problemen op latere leeftijd. Zo heeft een studie zonet berekend. De minister is verbaasd, ,,geschrokken’’ zelfs. Kinderpsycholoog Peter Adriaenssens (KULeuven) wordt er door de reporter van DS bij gesleurd om de ernst van de situatie vast te stellen, die in welzijnskringen echter alom bekend is.  Met andere woorden: met de hulp van een professor in de kinderpsychologie slaagt onze tienjarige minister van welzijn en kindergeluk erin om helemaal op het eind van zijn carrière een open deur in te trappen in Welzijns-Vlaanderen, namelijk dat kinderen met een drank- of drugsverslaafde of psychisch gestoorde ouder wel eens ongelukkig zouden kunnen opgroeien en daar in hun later leven de gevolgen van dragen…

Prompt wordt dan ook  ,,Kindreflex’’ geboren. Voortaan gaan hulpverleners de standaardvraag: ,,Heeft u kinderen?, ‘’ stellen, vraag die tot op vandaag blijkbaar nog helemaal geen standaardvraag was bij hulpverleners in de volwassenenzorg. Wat een opluchting!

Elk jaar probeer ik met mijn leerlingen vijfde humane wetenschappen wat inzicht te verwerven in veranderende gezinspatronen in onze snel evoluerende maatschappij. Het is een thema dat hen biezonder interessseert, zo leert de ervaring elk jaar opnieuw. Niet in het minst vanwege de groeiende atomisering, het toenemend aantal éénouder- en nieuw samengestelde gezinnen, om er maar één te noemen, maar ook de maatschappelijke druk op tweeverdienersgezinnen. Ik geef les in een geprivilegieerde ASO-school, maar stel niettemin jaar na jaar vast dat  leerlingen zich heel sterk herkennen in het begrip ,,parentificatie’’, is het niet bij zichzelf, dan minstens dan toch bij een vriendje of een vriendin. In bepaalde gevallen geval leidt het zelfs tot tijdelijke of zelfs definitieve schooluitval. Dit begrip uit de gezinspsychologie is bijna  vijftig jaar oud; ik leerde het kennen via mijn partner, die ooit een bijscholing/vorming volgde rond de contextuele hulpverlening van Boszormenyi-Nagy (3)  en we hebben er lang over gediscussieerd, zoals het een koppel past. Het begrip ,,parentificatie’’ komt daarop neer: ,,Gezinsomstandigheden waarbij het kind verantwoordelijk wordt (gemaakt) voor het ouderlijk welbevinden. Het kind wordt (en/of voelt zich) geroepen oneigenlijke zorgen op zich te nemen. Het kan zich ook iets aanmatigen. Zo wordt het als het ware te snel ouder. Het mobiliseert daarbij de nodige krachten en talenten. Maar op latere leeftijd kan zich dit fenomeen op uiteenlopende wijze wreken.’’ (4)

Mijn leerlingen die wel eens in problematische opvoedingssituaties terecht komen, herkennen zichzelf  heel sterk erin. Elk jaar heb ik op een klas van 15 of 20 leerlingen, één of twee leerlingen die ervoor uit komen dat ze zich herkennen in deze omschrijving van ,,geparentificeerd zijn’’. Als de klasgroep genoeg veiligheid biedt, getuigen ze erover, soms zelfs spontaan. Het gaat dus om een gezinspsychologisch begrip dat met de werkelijkheid verband houdt. Het gaat niet om één of andere ideële, louter in de fantasie van de filosoof bestaande werkelijkheid of de Platoonse ideeënwereld, waarvan we vandaag geen enkel benul meer hebben. En het gaat nog minder om een psychologisch moeilijk verifieerbaar fantasme, waarvan we het bestaan wetenschappelijk kunnen betwijfelen. Het is reëel en bestaand bij de jeugd vandaag in Vlaanderen.  Hoe komt het dan, dat een Vlaams minister van Welzijn en Gezin na tien jaar beleidsvoering ,,verbaasd’’ is, ,,geschrokken’’? Ofwel heeft deze minister niet de elementaire kennis die nodig is om zo’n departement aan te voeren; ofwel omringde hij zich met de verkeerde kabinetsmedewerkers? Ofwel waren deze kabinetsmedewerkers meer boekhouders dan deskundigen in de materie? Mijnheer Vandeurzen is verbaasd en lanceert ,,Kindreflex’’. Too little, too late.  De naam alleen al. Als er hier al sprake zou kunnen zijn van een reflex, dan komt deze nogal traag.  Laat dit maar meteen de laatste beleidsdaad zijn van deze man die op zijn zestigste alleen nog maar de ambitie heeft  om opnieuw te figureren in het amateurtoneel. Het is hem gegund, maar bespaar ons in het vervolg een dergelijk iemand op het departement van Welzijn.

———————————

(1) http://www.standaard.be/cnt/dmf20181118_03956285

(2) https://nl.metrotime.be/2018/11/18/news/kindreflex-nieuw-instrument-voor-veiligheid-van-kinderen/

(3) Boszormenyi Nagy I., Spark G. (1973) Invisible loyalties : Reciprocity in intergenerational family therapy, New York: Brunner Mazel, 1984.

(4) https://www.psychoanalytischwoordenboek.nl/lemmas/parentificatie/