Demagogia volgens Gramsci

Over de omkering van de ,,senso comune” inzake cumuleren en graaicultuur

De miljonairstaks, de Turteltaks, Raoul Hedebouw als BV, de graaicultuur bij onze politici… Voor de vierde keer slaagt de PVDA erin om in deze legislatuur een thema bovenaan de politieke agenda van de media te krijgen. Sommigen worden daar zenuwachtig van. Maar het kan toch niet altijd over vluchtelingen, aanslagen van islamstrijders en de criminaliteit gaan. Ik vernoem deze laatste drie opzettelijk in één adem, omdat ze in de media ook heel gemakkelijk, schijnbaar demagogisch en populistisch, met elkaar geassocieerd worden, door politici, zoals de staatssecretaris voor asiel en migratie, zelfs systematisch aan elkaar gelinkt als bijna identitair. Deze handelswijze legt een politicus geen windeieren.

Maar de jongste weken worden politici met het graaicultuurthema bovenaan de agenda ongemakkelijk. Dat uit zich in de meest uiteenlopende reacties:  de lippen stijf op elkaar houden (Patrick Dewael); misten (Siegfried Bracke); openheid veinzen (Bart Dewever); loonplafonds instellen (John Crombez);  ontslag nemen (Tom Balthazar); het probleem verhuizen naar een commissie (Groen); onwetendheid tonen over de extra-vergoedingen op je bankrekening (een ex-OCMW raadslid uit Antwerpen); beweren dat je die vergoedingen ,,in een vorig leven/of na je actieve leven’’ kreeg (Yves Leterme), de micro van de aanklager uitschakelen (Bracke); klagen dat je je geloofwaardigheid als politicus verliest (zowat iedereen vandaag in de politiek, zelfs diegenen die geen extra-mandaten hebben of slecht betaald zijn, veelal lokale politici in kleinere gemeenten dus).

Deze laatste reactie snijdt het diepst, omdat ze het meest geloofwaardig is, want ze gaat naar de kern van wat politiek is: het algemeen belang in de polis vooropstellen en je eigen particulier belang zou daarbij van geen tel mogen zijn (Rousseau). In de polis ,,Graailand’’ is de correcte verhouding tussen die twee vandaag duidelijk zoek.

Alsmaar vaker hoor je ook als verweermiddel dat de aanklagers van de graaicultuur zich zouden te buiten gaan aan demagogie. Populisme afkomstig van links wordt samen met het populisme van rechts op één hoop gegooid. Premier Michel liet zich reeds in die zin uit, toen kamervoorzitter Bracke  zowel vanuit de linkerzijde (Raoul Hedebouw, PVDA), als vanuit rechts (Hendrik Vuye, ex-NV-A), aangevallen werd en de micro moest uitschakelen. Hij gebruikte het woord demagogie zelfs in nevengeschikte zin met de term ,,populisme’’. Maar ook vanuit linkse hoek – bepaalde van mijn syndicalistische vrienden tijdens FB-discussies – vrezen dat met de graaicultuurdiscussie de politieke geloofwaardigheid zoals  ,,het kind met het badwater weggegooid wordt’’. De quick fix die vanuit neoliberale hoek kwam opgeborreld om al die intercommunale vehikels meteen maar allemaal te privatiseren, wordt dan als tegenargument aangevoerd. Demagogische kritiek op de graaicultuur wordt gelijkgesteld met gangmaker zijn voor neoliberale recepten. Voorzichtigheid is dan geboden. Dan zouden intercommunales – zuivere en gemengde -, ondanks al die uitwassen waarmee ze nu gepaard gaan, nog het minste kwaad zijn, zo klinkt de argumentatie vanuit syndicalistische hoek.

Eigenaardig, want wat is ,,demagogie’’? En is het vandaag demagogisch om de graaicultuur in intercommunales en bij uitbreiding het cumuleren van mandaten, portefeuilles en zitpenningen in allerlei neven- en afgeleide instituten aan te klagen? Antonio Gramsci schreef over ,,demagogia’’:

gramsci-in-carcere

,,Demagogie heeft deze precieze betekenis: actie, met als doel de slapenden wakker te schudden, de onverschilligen te organiseren, de nodige prikkels van vrijheid en onderzoek te geven, totdat zij terug aan de kant van het leven en de sociale strijd staan. Demagogie heeft niets te maken met het morele oordeel dat men kan vellen over de lichtheid, de oppervlakkigheid van één of andere onbezonnen vorming van opinie. Demagogie is een historisch feit, het is het ideaal van een beweging die het meest uitgesproken gezicht is van de emancipatorische actie van de Socialistische Partij. Het was Tartuffe die een verdraaiing gaf aan het woord ,,demagogie’’ in pejoratieve zin, in plaats van de betekenis van het woord te veredelen. Ooit zal de socialistisch beweging voldoende macht hebben om aan het woord zijn positieve, vrije betekenis terug te geven; de schurk zal een gentleman blijken te zijn en omgekeerd; en demagogie zal de betekenis krijgen van politieke methode, van ernstige propaganda, gebaseerd op reële feiten en niet meer op valse uiterlijkheden.’’

En: ,,Demagoog en demagogie zijn de twee meest gebruikte woorden bij de weldenkende burgermannetjes en deemoedige pantoffelhelden om de genadeslag te geven aan de acties van straatbendeleiders en socialistische rebellen.’’ (1)

——————–

(1) ,,Demagogico e demagogia sono le due parole più in voga presso le persone ben pensanti e i pietisti in pantofole per dare il colpo di grazia all’ attività dei caporioni, dei sobillatori socialisti…’’ en verder, in: Antonio GRAMSCI (10 oktober 1917), Capovolgimenti del senso comune (Demagogia), in:  ,,Odio gli indifferenti’’, p. 10 en 11, Chiarelettere, Instant Book, Milano, 2013. Gramsci schreef het artikel naar aanleiding van de kritiek die zijn partijblad kreeg, toen deze een betalende advertentie opnam van een wapenhandelaar.