Bij Botticelli’s ,,Primavera’’

Waarom sta ik bij dit schilderij met het gevoel van ,,M’illumino/d’immenso’’ (1)? Is het het spel van lijnen, dat samengaat met de kleuren: soms levendig, soms meer subtiel, maar altijd uitgekozen en precies? In het schilderij groeit er een labiel evenwicht tussen beweging en stilstand, waardoor het tafereel zeer irreëel aandoet; de personages krijgen een soort van dromerige onverschilligheid, buiten de tijd en opgenomen in een ruimte van perfect isolation: een sinaasappeltuin, waarin meer dan honderd verschillende soorten lentebloemen bloeien, weggeplukt op de heuvels rond Firenze. De sinaasappelboom is dan weer één van die rariteiten die tegelijkertijd vruchten draagt en bloeit.

P1020903tot

Het schilderij hing net zoals ,,De Geboorte van Venus’’ vanwege zijn inhoud – mythologische personages die vertrouwd waren in de lyriek van het humanisme – in de Medici-villa in Castello van Lorenzo il Magnifico en niet in één of ander openbaar paleis of in een kerk. In een donkere sinaasappelboomgaard vind je opnieuw Venus centraal in een gebloemd kleed en rechts van haar, Flora die achtervolgd wordt door de onstuimig verliefde Eolus. Links heb je de drie Gratiën en Mercurius. Deze ,,Primavera’’ is een allegorie van de perfecte, ideale wereld. Schoonheid ontstaat daar waar de instinctieve en sensuele natuur (de jacht van Eolus op Flora) gepaard gaat met zin voor redelijkheid en burgerzin (resp. de Gratiën en Mercurius). Alle genoemde figuren lijken wonderwel aan elkaar geknoopt via een lineair ritme. Het is een onbeweeglijke dans van gewichtloze lichamen, waarbij de dionysische driftimpulsen vervangen worden door een extase van ingehouden bewegingen en gracieuze gebaren.

P1020903a

P1020903b

P1020903c

——————————
(1) Giuseppie Ungaretti, gecit. in: Luc Devoldere, Mijn Italië, p.192.

Plaats een reactie